In 2 weken tijd moesten we tegen de nummers 2, 3, en 4 van de ranglijst en dat bracht ons welgeteld 1 puntje op. Afgelopen dinsdag was het uit tegen DSO en na een 0 – 2 ruststand door doelpunten van Samuel en Bouke werd er toch verloren met 3 – 2 wat natuurlijk best tegen valt. Vandaag was het de beurt aan MONSTER een jong dynamisch team en wat mij betreft (maar wie ben ik) het beste team waar we tegen gespeeld hebben en dat hebben we gemerkt.

Vanaf het begin was het onze tegenstander die met vloeiend aanvallend spel het ons erg moeilijk maakte en dat resulteerde in een 1 – 0 achterstand na 15 minuten, al moet worden gezegd dat door het gebrek aan een vaste vlaggenist het eigenlijk buitenspel was, maar als je niet vlagt dan kan de scheids die de middencirkel als zijn domein beschouwde niet anders als de goal goed keuren. Ondanks dat M veel beter was kregen we binnen 3 minuten twee 200 % kansen maar zowel Niels als Max kregen niet het gewenste resultaat en dan druk ik me nog zeer netjes uit. Met kunst en vliegwerk wisten we de rust te halen met een 2 – 0 achterstand maar dat had veel meer kunnen zijn.

De tweede helft ging M door met gewoon goed voetbal met een zeer snelle bal circulatie en bij verlies van de bal heel snel druk zetten zodat we er niet aan te pas kwamen. We moesten nog 2 tegen doelpunten verwerken en zonder de anderen te kort te doen (want er werd geknokt door iedereen) waren het Job, Jimmy en Mark die zich onderscheiden door vele onderscheppingen en reddingen en dat moest ook wel want ze waren gewoon een maatje of 2 te groot voor ons, sterker nog een stuk of 4 zouden bij ons gewoon in het eerste elftal spelen.

De aankomende wedstrijden moeten we tegen teams die het net als wij moeilijk hebben in deze klasse dus is het zaak om dan de broodnodige punten te gaan pakken.

Opstelling: Mark van Barneveld, Jay Degens (Daan Slager), Job Taal, Dennis Terlouw, Jim vd Hoeven, Corné Voogt, Sjors Vreugedenhil (Stijn van Wijk), Jesper Baak, Max de Vetten (Thom de Koning), Niels Scheffers (Tim van Rijthoven), Samuel de Haas.